woensdag 25 september 2013

Een zware tweede week

Dacht ik met mijn vorige blog een heftige dag te beschrijven - de dag erna was nog heftiger. Iets na negenen werden we gebeld door Robin vanaf de verloskamer omdat er weer een 'slechte' neonaat was geboren.

Jonneke en ik waren snel ter plaatse. Ik zette mijn stethoscoop op de borst van de enkele minuten oude baby... en hoorde niets. We besloten te beginnen met reanimeren. Jonneke probeerde uit alle macht geen lucht uit het slecht passende masker te laten komen. Ik gaf hartmassage. Als in een soort roes waren we bezig: drie borstcompressies, één beademing, om de 1 à 2 minuten de hartslag beoordelen. Deze was pas na tien minuten aanwezig. Op dat moment gingen we over naar alleen beademing. Het zweet liep van mn voorhoofd, vanwege de warme lamp op de reanimatietafel, maar ook vanwege de spanning. Eén van de vuistregels uit de bekende medische novel The House Of God: "At a cardiac arrest, the first procedure is to check your own pulse."

Robin en Anna gaven spullen aan en hielden de tijd bij. Intern Rashid en de Duitse kinderarts Birgitte schoten ook te hulp. Lara gaf de moeder de hard nodige nazorg nadat ze op heldhaftige wijze de besneden vrouw had ingeknipt. Na zo'n 30 minuten reanimeren, waarbij het kind wel een hartslag had maar niet zelf ademde, vroegen we ons hardop af of we nog moesten doorgaan. Dat vond ik een erg zwaar moment: hoe kan je beslissen om een kind met een kloppend hart aan de moeder te geven, zo van 'neem maar afscheid'? Aan de andere kant, hoe lang ga je door, wetende dat het kind steeds meer schade oploopt door zuurstofgebrek?

We zijn doorgegaan en na ongeveer 45 min ademde het kind zelfstandig. Het kind ging naar de neonatal unit. Op dat moment was ik eigenlijk heel trots op iedereen om me heen. We hebben ondanks de spanning vanaf het begin gestructureerd en zonder twijfel gehandeld. Toch een prestatie voor een team studenten wat nog nooit zoiets heeft meegemaakt.

We hoorden de dag na de reanimatie dat het kindje dezelfde avond nog overleden was. Een droevig gevoel maakte snel plaats voor een soort opluchting. Het kind was zeer waarschijnlijk een naar leven tegemoet gegaan. Dat is haar nu in ieder geval bespaard.

De rest van de week verliep gelukkig rustiger. Het meisje van begin vorige week mocht vrijdagmiddag met ontslag, dus die hebben we nog uitgezwaaid. De brede glimlach van de vader deed ons erg goed. Dit weekend gaan we kijken of we de markt van Ifakara kunnen vinden - we zijn uitgenodigd voor een bruiloft, dus er moet kleding gemaakt worden! Ook zijn er geruchten over een zwembad(je). Eens kijken wat daar van waar is!

David's Matching Mood Music:
- Fleet Foxes - Helplessness Blues
- Of Monsters And Men - Dirty Paws
- Foster The People - Houdini

Foto 1: David op de kinderafdeling
Foto 2: Uitzicht vanuit het guesthouse
Foto 3: De begraafplaats langs de weg naar het ziekenhuis. Beetje gek is het wel! 

Foto 4: Mijn favoriete palmboom, in onze achtertuin. 

dinsdag 24 september 2013

Een vreemde dag

Ik wist dat het ooit eens zou gebeuren. Je bereidt je vanaf het begin voor op het moment, maar wanneer het dan zover is, voel je je toch heel rot...

Mijn pot chocopasta is leeg.

Snif. Maar zonder gekkigheid. Deze dag was er één om een hele blog over te kunnen schrijven. Maar eerst nog even mijn beloften van de vorige keer inlossen.

Afgelopen zaterdag nam Beatrice ons mee naar de brug die de regio van Ifakara verbindt met de naastliggende. Voor een uitgebreid verslag hiervan verwijs ik naar Jonneke's blog (jonnekeintanzania.blogspot.com). Samenvattend gingen we in tuktuks er naartoe, moest ik het stuur grijpen toen onze tijdelijk onbemande tuktuk van een helling begon te rollen, bleek de brug nog in een vroeg stadium van aanbouw en maakten we uiteindelijk een mooie boottocht over de rivier.

Zondag hebben we lekker uitgerust. We kregen van onze kok Gabriël dat waar we al zo lang naar uitkeken: pannenkoeken! Wat taaier dan de Hollandse maar goddelijk voor de smaakpapillen. Vooral de combinatie chocopasta en geprakte banaan deed het goed. Normaal eten we namelijk altijd 'wali' (rijst) met een prutje in rode saus, en als lunch spaghetti of aardappels met vaak datzelfde prutje. Deze variant was dus zeer welkom.

Dinsdagochtend. Tijdens de ochtendronde over de kinderafdeling werd Jonneke opeens gebeld. Na een paar minuten keek ik de gang eens door. Geen Jonneke. Haar tas lag nog bij de balie. 'Hey, alles goed?' smste ik haar. Een minuut later werd ik gebeld door een paniekerige Robin: er was in de verloskamer een kindje geboren wat niet ademde en het aanwezige personeel was niet in staat tot een goede reanimatie. 

Vergezeld door een aantal kinderartsen rende ik naar de verloskamers, aan de andere kant van het ziekenhuis. Ondertussen werd ik aangestaard door alle wachtende Tanzanianen in de volle gangen. Een rennende arts is een zeldzame verschijning, laat staan een blanke. Eenmaal op de verloskamers had Lara, die de geboorte leidde, het hart van het kindje op gang gekregen. Jonneke was bezig met de beademingen. Een kinderarts hielp mee en na een tijdje kon het kind zelfstandig ademen. Het had daar echter wel ongeveer een kwartier over gedaan.

Het kind werd overgeplaatst naar de neonatale kamer voor zuurstof en verdere zorg. Op dat moment beviel twee half-open gordijntjes verderop de volgende vrouw. Dit kind begon gelukkig na flink afdrogen goed te huilen. De moeder bleef echter nabloeden en de lokale co-assistent stond er een beetje naar te staren. Omdat deze ook ongecontroleerd op de borst van het eerdere slappe kindje aan het slaan was (en dat de reden was voor Lara om Jonneke te bellen) besloten we zelf maar wat te doen. En zo stond ik, voorovergebogen, terwijl de stroom uitviel, met één voet in een mengeling van vruchtwater en bloed een infuus te prikken (natuurlijk mis), ondertussen proberend de moeder gerust te stellen. Toen de moeder vrijwel naakt naar een andere kamer werd gereden voor 'behandeling' (waarschijnlijk grof hechten zonder verdoving) bleef ik achter bij het bed. Het leek wel alsof daar een patiënt met meerdere schotwonden had gelegen. Ik moest denken aan de uitspraak van dokter Cox in een aflevering van de serie Scrubs, ten tijde van de Irak-oorlog. Hij kijkt dan net de kamer in waar zijn vrouw ligt te bevallen, schrikt, stapt meteen weer naar buiten en roept: "Wow, it's like Baghdad in there!"

Gelukkig zagen we, eenmaal terug op de kinderafdeling, ons kindje met de enorme hoeveelheid longvocht over de gang lopen. Het gaat gelukkig al wat beter met haar. De verbonden brandwond-slachtoffertjes speelden weer, al zal de ene de rest van zijn leven een roze gezicht hebben. We onderzochten nog een zwak meisje die niet wilde eten, maar konden er niet achterkomen waarom dit was. De arts om mee te overleggen had een bespreking. Jonneke plaatste een infuus bij een baby (de eerste op een donkere hand, well done!) en we checkten of iedereen wel antibiotica kreeg.

Avonturen genoeg dus. Het is wel vaak frustrerend om te zien hoe langzaam en onnauwkeurig dingen hier gaan. In eerste instantie leken er best veel voorzieningen te zijn (röntgen, echo's, labonderzoek, enige administratie) maar langzamerhand wordt duidelijker dat het niet allemaal zomaar voorhanden is. Iets wat door dokter Anna, een heel vriendelijke westerse arts uit de HIV-kliniek de 'test crisis' wordt genoemd: de HIV-testen zijn voorlopig op en kinderen kunnen alleen getest worden als duidelijk is dat de moeder HIV heeft. Daarnaast zijn röntgenfoto's na twaalven alleen als spoedaanvraag beschikbaar. Het lab kan eigenlijk niet veel meer dan het aantonen van malariaparasieten en het bepalen van de mate van bloedarmoede. Veel behandelingen worden dan ook gestart bij verdenking van een ziekte, in plaats van het aantonen ervan. Daarbij wordt er redelijk met antibiotica gesmeten, waarvan van ongeveer vier soorten dus wel genoeg voorraad is.

En ondanks die enorme drempel die Swahili heet, hebben we gisteren toch redelijk zelfstandig een ronde gedaan door de diarree-kamer. 'Ana homa? Ametapika?' Heeft hij/zij koorts of overgegeven? Als de ouders dan iets meer dan 'Ndiyo' of 'Hapana' (ja/nee) zeggen, wordt het alweer lastig. Maar we lachen er met de verpleging om en we maken grote stappen voorwaarts. Dus kom maar op!

David's Matching Mood Music:
- Chase & Status - Flashing Lights
- Coldplay - White Shadows
- Kodaline - Brand New Day
- Young The Giant - Every Little Thing

Foto 1: de ingang van het ziekenhuis
Foto 2: de kinderafdeling
Foto 3: overlegruimte van de kinderafdeling, tevens receptie, opvang voor opnames en spreekkamer
Foto 4: top tien ziekten en gebruikte medicijnen
Foto 5: even aan land tijdens de boottocht
Foto 6: truck in topconditie
Foto 7: terugweg in de jeep
Foto 8: afval verbranden, doet iedereen
Foto 9: schorpioentje in de kamer van m'n buren

zaterdag 21 september 2013

De eerste week in St. Francis Referral Hospital

Zaterdagavond, acht uur 's avonds, lokale tijd. We liggen allemaal al in bed, nog niet slapend maar tegelijk ook niet ver verwijderd van Dromenland. Het hakt erin, dat ritme. Toch is de eerste week snel voorbijgegaan.

Maandagochtend werden we door Beatrice, een heel vriendelijke student en administratiemedewerker,  rondgeleid door het ziekenhuis. Omdat de officiële werkvergunning nog in ons paspoort gezet moest worden, konden we die dag nog niet aan de slag. Op zich fijn, want de indrukken van het ziekenhuis gaven voor die dag al genoeg stof tot nadenken. Al lopend door de open gangen (zie foto) zagen we onder andere de verschillende afdelingen en gebouwen, het magazijn en de poliklinieken. Er was net begonnen met de constructie van een nieuw deel: er lag naast de hoofdingang een grote berg gruis en bouwvakkers probeerden met grote hakbijlen boomwortels te splitsen.

Lara stelde zich voor aan het gynaecologische team, wat zij de komende tijd zal gaan versterken. Daarna gingen we naar de kinderafdeling. De enige kinderarts die aanwezig (en druk) was, vond mijn begroeting te informeel en verbeterde dit meteen. Daarna liet ze ons fijn weten dat ons Swahili nog lang niet op niveau was.  Een fijne binnenkomer, zeker aangezien letterlijk iedereen ons daarvóór complimenteerde en we uitbundig met een aantal vrolijke patiënten in het Swahili tot tien hadden geteld.

De volgende ochtend was ze echter snel ontdooid en konden we na een kort gebed - wat ik later in de week zelf een keer moest leiden - beginnen met de rondes. Op de kinderafdeling worden patiënten verdeeld over verschillende kamers met bepaalde diagnoses. Zo is er bijvoorbeeld een kamer voor malaria, één voor diarree en één voor ondervoeding. In deze kamers liggen gemiddeld zo'n tien patiënten ongeveer een meter van elkaar vandaan. Met de aardige intern Rachid gingen we langs de bedden, terwijl hij ons het een en ander vertelde over de patiënten.

Vanwege het Swahili is het nog lastig communiceren met de patiënten. De artsen spreken gelukkig redelijk Engels en sommige verpleegkundigen ook, verder verloopt alles in het Swahili. We stortten ons dan ook maar op het opvangen van acute opnames, zoals een enorm benauwd meisje van twee jaar oud waarbij we over de gehele rechter long nauwelijks ademgeruis hoorden. Omdat het na 12 uur 's middags was, konden er alleen nog spoedaanvragen werden gedaan bij de röntgenafdeling. Gelukkig was deze casus acuut genoeg voor een spoedfoto. Nadat ik de telefoon in mijn hand gedrukt kreeg van de bewaker van het ziekenhuis (die dan dus tevens dienstdoet als receptionist) kwam de radiologie-assistent gelukkig snel in huis en werd de foto gemaakt.

De enorme hoeveelheid vocht die we op de foto zagen werd helaas pas de volgende dag gedraineerd, omdat de chirurgieafdeling het benodigde materiaal niet voorradig had. Onze twee zuurstofapparaten (beschikbaar voor een totaal van ongeveer dertig kinderen) waren reeds in gebruik. Het arme meisje heeft dus waarschijnlijk de hele nacht hondsbenauwd doorgebracht. Gelukkig deed de drain goed zijn werk en hebben we, nadat Jonneke nog een infuus afdwong voor extra vocht, het kindje vrijdagmiddag met een enigszins gerust gevoel achter kunnen laten.

Dit gold minder voor de twee kinderen die we in een gang vonden toen we terugkwamen van de röntgenafdeling. Deze twee broertjes waren thuis aan het stoeien waarbij een grote pot kokende bonen over hen heen was gevallen. Met enkele woorden Swahili kwamen we er achter dat het ongeveer vier uur geleden was gebeurd. We namen ze mee naar de afdeling en maakten ze zo goed mogelijk schoon. Ze zaten onder de brandblaren: bij de één 'slechts' een arm, bij de ander zowel beide armen als het gezicht. Onze natte doeken zorgden voor veel pijn en een van de kinderen viel tijdens het onderzoek door de chirurgie-intern zelfs bijna van de onderzoeksbank. Burn injuries: nummer tien in de top tien van hier meest voorkomende aandoeningen, maar een van de naarste om te zien.

Ondanks dat we nog niet veel werk hebben kunnen verzetten was het dus toch een vermoeiende week. Dit weekend komen we even bij en ga ik nog wat woordjes Swahili leren om wat beter met patiënten te kunnen communiceren. Volgende keer meer over de bergen 'wali' (rijst) die we hier wegwerken, dokter Anna van de HIV-kliniek en ons uitje van vandaag in de omgeving van Ifakara. Dan ook een foto van de afdeling!

David's Matching Mood Music:
- Biffy Clyro - Little Hospitals
- Foals - Out of the Woods
- Eddie Vedder - Hard Sun

Foto 1: een van de vele open gangen, deze van de 'theaters', de operatiekamers.
Foto 2: de röntgenfoto van het benauwde meisje. De longen horen zwart te zijn, maar vrijwel alles is wit.
Foto 3: een buurman van ons guesthouse. 

Foto 4: Anna, Lara en mijn schaduw 's ochtends onderweg naar het ziekenhuis.

Foto 5: Het guesthouse vanaf de weg. Er is naast het hek 24/7 bewaking aanwezig. Toch voelt het absoluut niet onveilig. 

zondag 15 september 2013

Karibu Nina! Ik ben oom!

Om 03.15 uur werd ik wakker van geklop op een deur. Ik werd wakker en ik wist niet zeker of het mijn deur was. Wie zou dat dan zijn, en waar had diegene mij dan voor nodig?

Toen hoorde ik door het raam: "David, ik heb nieuws voor je!" Ik herkende de stem van Jonneke en opeens drong het tot me door. Al zo'n anderhalve week wachtte ik op nieuws van mijn broer en schoonzus: ik zou oom worden! Door gebrek aan bereik op mijn eigen telefoon had mijn moeder alleen het nummer van Jonneke. Zij zag het bericht uit Nederland en kon logischerwijs niet in bed blijven liggen.

En zo het geschiedde en stuiter ik nu in het pikdonker door mijn kamer. Nina is gisteravond geboren en heeft een prachtig gewicht: 3660 gram. En laat 36 nou ook nog mijn lievelingsgetal zijn ;-).

Karibu Nina! Welkom op de wereld! Ik heb meteen een toepasselijk liedje voor je gezocht. Het duurde niet lang voordat ik op deze kwam. Hij is voor jou. Tot snel!

Gefeliciteerd Maarten en Laura! Ik hoop dat het goed met jullie gaat. We spreken elkaar snel.

Kaka wangu ana mtoto! Mijn broer heeft een kind!
Knuffel, oom David

David's Matching Mood Music:
- Voor Nina: Coldplay - A Message
- Voor Maarten en Laura: Imagine Dragons - On Top Of The World

Dar es Salaam en de reis naar Ifakara

We zijn er! Het continent waar je ongelooflijk veel over hoort en ziet op radio en televisie. Toch bereidt dat je totaal niet voor op hoe het is om er echt te zijn. Later daarover meer. Eerst een (te) lang stuk over de reis en bijbehorende indrukken. Onderaan een paar foto's!

Donderdagavond op Schiphol namen we afscheid van iedereen. Ik was onder de indruk van het enorme afscheidsgezelschap. Nadat mijn eticket-nummer werd geweigerd door de automaat en de automatische bagageband tijdelijk vastliep, lukte het uiteindelijk om in te checken.

De vlucht van Schiphol naar Nairobi (Kenia) verliep prima, ondanks weinig slaap en ontbijt om 04.00 uur. Het vliegveld van Nairobi had duidelijk nog last van de eerdere brand: een aantal vertrekhallen bestonden uit opgetrokken legertenten met klapstoeltjes. Een bus bracht ons naar de transferhal en een uur later stapten we in het vliegtuig naar Dar es Salaam. Ik zat naast een Tanzaniaan die ons ziekenhuis in Ifakara kende. Een goed teken?

De paspoortcontrole na aankomst verliep soepel en de beambte fleurde helemaal op toen ik hem begroette met 'Shikamoo!' (Hoe maakt u het). Plotseling werd het pikdonker: de stroom viel uit. Na een seconde of tien was dit weer voorbij, was gelukkig alle bagage gearriveerd en konden we naar buiten.

Daar stonden ongeveer twintig taxichauffeurs klaar om drie blanken naar het centrum te vervoeren. Van onze chauffeur hoorden we dat de trein al twee weken niet had gereden. Daarom zijn we maar meteen richting busstation gegaan voor buskaartjes. Het bleek een soort krioelend mierennest van verkopers en inwoners met een loket of twintig aan busmaatschappijen. Jonneke en Lara gingen met Dickson (de taxichauffeur) kaartjes kopen, ik bleef bij de spullen in de auto. Daarna een fijne, rustige kamer in het centrum opgezocht, gedoucht, wat gegeten, geld gepind en vroeg naar bed. De bus zou namelijk om zes uur vertrekken.

Dickson wilde ons natuurlijk graag de volgende dag weer wegbrengen dus we spraken om vijf uur af. Afspraken maken gaat (als het om geld gaat) dus prima, aangezien hij stipt op tijd was. In het donker reden we naar het busstation. Op straat krioelde het al van de mensen. Een passerende bus had een foto van Robin van Persie op de achterkant. De toeter werkte behalve als een teken van ongeduld ook als waarschuwing dat je met een rotvaart iemand gaat inhalen. Het maakt niet dan uit of dat links of rechts is.

Tussen de ruim honderd bussen vonden we uiteindelijk de onze, en rond half zeven waren we uit de bussenfile en onderweg. Ondertussen werd het licht en zagen we alle armoedige huisjes, barretjes en kraampjes langs de weg. Elk barretje (vaak bestaand uit een houten hutje en een tafeltje met drie tuinstoelen er omheen) heeft hetzelfde grote Coca Cola-bord waar de naam op staat. Overal staan huisjes in aanbouw, vaak alleen bestaande uit enkele muren, waarvan de helft alweer verlaten lijkt. Een enkele luxe villa met hoog hek eromheen midden in deze 'wijken' maakt het vreemde straatbeeld compleet.

Tijdens de busreis, die een kleine tien uur in beslag nam (420km), reden we door Mikumi national park. We spotten de eerste olifanten, zebra's, giraffen, apen en antilope-achtigen. Na de laatste honderd kilometer te hebben gestuiterd over een onverharde weg (met soms 80+ km/uur en spookrijdend inhalen) kwamen we aan in Ifakara. Het landschap was inmiddels veranderd van vlak naar bergachtig, inclusief palm- en bananenbomen en mooie uitzichten.

Aldaar namen we de auto van een vriend van een inwoner ('de taxi') naar het ziekenhuis een paar kilometer verderop. Het telefoonnummer van ons contactpersoon bleek niet te bestaan. De bewaker van het ziekenhuis kreeg hem wel aan de lijn alleen verstond ik hem nauwelijks door ruis - hij was in Dar es Salaam.

Gelukkig zagen we opeens twee blanke meiden lopen die ook in het ziekenhuis bleken te gaan werken. Deze Groningse Anna en Robin brachten ons naar het guesthouse, wat een groot en rustig gelegen complex bleek te zijn met enorm ruime kamers inclusief badkamer en (koude) douche. Een grote, open binnentuin met overdekt terras waar ontbijt, lunch én avondeten wordt geserveerd door onze ontzettend vriendelijke kok Gabriël zorgt voor een prachtige rustplek. Onze Swahilicursus blijkt een zeer goede investering. "Hujambo? Sijambo! Mambo vipi? Poa! Habari yako? Nzuri!" Een paar van de vele begroetingen. Gabriël verzekert me dat hij geen gerechten met pinda's of noten serveert. Een hele opluchting. En hij kookt heerlijk.

Vanaf maandag gaan we het ziekenhuis bekijken en internet/telefoon regelen. We verblijven hier nu alleen met Anna en Robin: alle andere studenten zijn twee weken op vakantie. In ieder geval hebben we een prachtige thuisbasis. We kunnen nu echt beginnen!

David's Matching Mood Music:
- Lenny Kravitz - Fly Away
- Lenny Kravitz - Mr. Cab Driver
- Two Door Cinema Club - This Is The Life
- Foals - My Number
- Biffy Clyro - Different People
- White Lies - Change

Foto 1: Excitement voor de reis
Foto 2: Binnentuin en deuren van de kamers
Foto 3: Binnentuin en achterin het terras
Foto 4: Mijn grote kamer

woensdag 4 september 2013

Het avontuur

Het is bijna zover. Ons eind-avontuur staat voor de deur. Samen met Jonneke en Lara vertrek ik voor drie maanden naar Tanzania. Het is van ons allen de laatste stage van onze opleiding: erheen als co-assistent, terug als dokter.  Que spannend muziekje: tam tam tammmmm!

Dat de VU ons aanraadde een jaar van tevoren te beginnen met plannen bleek een goede tip. Los van de langzame communicatie moest er natuurlijk nog meer geregeld worden: zo hebben we als voorbereiding een tropencursus en taalcursus Swahili gevolgd. De nodige vaccinaties zijn gehaald en de malariaprofylaxe wordt geslikt (ondanks de ongelofelijk competente apotheker die wel iemand kende die zichzelf had opgehangen vanwege psychische bijwerkingen).

Deze week staat in het teken van de laatste aankopen en regel-dingetjes. Ik vind het erg spannend maar tegelijk wordt ik erg enthousiast van het lezen in de Lonely Planet en het Tropical Medicine handboek. Nog nooit zo ver en zo lang van huis, maar met twee Afrika-veteranen én topdokters in spé aan mijn zijde moet het goed gaan komen!

Het is even afwachten hoe het ter plaatse gaat met internet, maar ik zal proberen elke week een stukje van onze belevenissen te delen.

David's Matching Mood Music:
- Chase and Status - Blind Faith
- Biffy Clyro - Different people
- Coldplay - Don't Panic
- Toto - Africa