maandag 25 november 2013

Sisi ni daktari! Wij zijn dokter!

Dat was het alweer. De tien weken in het Tanzaniaanse St. Francis Referral Hospital zijn omgevlogen. En omdat het onze laatste coschap was, zijn we nu dokter! Nouja, we kunnen ons diploma aanvragen. Een kleine kanttekening.

Desondanks stond (de eerste helft van) de laatste week in het teken van frustraties. Maandag kon ik bij een keizersnede het kind opvangen. Omdat het niet meteen ademde heb ik het wat geholpen. Na een minuut of vijf, waarbij de zuster maar bleef uitzuigen ondanks mijn protest, begon de baby gelukkig tegen te sputteren. De zuster riep door de operatiekamer dat het kind de maximale score had, terwijl ik nog laatste beademingen gaf. Ik begon van binnen te koken. De laatste tijd hebben we namelijk discussie na discussie over deze Apgar-score, omdat deze regelmatig bij slecht startende kinderen kunstmatig wordt opgeschroefd. Dit uit angst voor consequenties indien die kinderen overlijden, maar ook uit onwetendheid. Ik heb dus in mijn beste Swahili boos geschreeuwd dat de score helemaal niet 9-10 was (1 en 5 minuten respectievelijk na geboorte, waarbij 10 het maximum is), maar 5-8. Iedereen lachte. Na afloop zag ik op de geboortekaart toch de score 7-10 staan. Omdat ik het kind opnam op de neonatale afdeling, heb ik alles weer doorgestreept en mijn eigen uitgebreide verhaal in de status geschreven. Het moest maar eens afgelopen zijn.

Ook op de algemene afdeling was het mot. Jonneke's ouders hebben twee inhalatiekamers gedoneerd, dus toen er een ontzettend benauwd meisje was, wilden we haar met deze nieuwe middelen wat vernevelde medicatie geven. De arts was daar echter niet van gediend; het was al twee weken geprobeerd (ze kreeg het alleen in tabletvorm, wat helemaal niet goed werkt) en we moesten haar gezag niet ondermijnen. De dag erna lag een kind te stuipen. De intern die op die zaal de ronde deed, vroeg aan mij of hij diazepam (een kalmeringsmiddel) mocht geven. Aangezien dit medicijn de eerste keus behandeling is bij convulsies, was ik het met hem eens en rekenden we de dosis uit. Na tien minuten herbeoordeelde ik het kind. Omdat het nog steeds schudde, vroeg ik een tweede dosis aan de verpleegkundige. Ze was echter bang om dit te geven, en wilde dat we eerst overlegden met een oudere arts. De intern belde de arts, welke natuurlijk dezelfde was als waar ik eerder mot mee had. Ze vond het maar belachelijk dat ik diazepam had gegeven, laat staan een tweede dosis, want ik zou het kind slaperig maken en de ademhaling zou dan in gevaar komen. Als ze even naast het kind zou gaan staan, had ze kunnen zien dat ik de ademfrequentie en zuurstofspanning continu in de gaten hield. Uiteindelijk, terwijl het kind al een uur lag te schudden, gaf ze wel een oplaaddosis anti-epileptica, maar zei ze toch nog even dat ik niet zo bang moest zijn voor langdurige convulsies. In haar ogen kijken we alleen maar naar de patiënt en onze boekjes (welke de meest recente richtlijnen van de WHO zijn, ontwikkeld voor deze landen) en niet naar de ervaring van de aanwezige artsen. Tja, als je de eerste spoedbehandeling weigert te geven, hoef je ook niet op mijn steun te rekenen, dacht ik.

Gelukkig was dokter Anna van de HIV-kliniek zo vriendelijk om mij de kans te geven een dag met haar mee te lopen. Nadat we haar kinderen op de afdeling hadden bezocht, mocht ik haar poli-patiënten onderzoeken terwijl zij met de ouders praatte. Net als dokter Birgit bewonder ik Anna ontzettend, omdat ze met veel tegenslagen maar door blijft gaan en ontzettend veel geeft om haar werk en haar patiënten. Terwijl de wachtkamer uitpuilde, nam ze toch rustig de tijd om een pas gediagnosticeerd kind door middel van plaatjes de diagnose uit te leggen. Prachtig om te zien.

En plotseling was het alweer vrijdag. Onder begeleiding van een stukje Star Wars soundtrack, wat Jonneke en ik neurieden op onze eerste junior-coschapdag en dus nu weer een mooie afsluiter was, liepen we naar onze laatste bespreking. Daarna deden Jonneke en ik voor de derde aansluitende week zelfstandig de diarree-kamer en speelden we met wat vrolijke kids. Wat laatste stickers werden uitgedeeld, we maakten nog wat foto's en namen afscheid van de interns. Lara's ouders wachtten ons op in de kantine. Na een stevige knuffel en felicitaties trokken we voor de laatste keer als coassistent onze witte jassen uit. Thuis kregen we zelfs slingers! De medewerkers van  het guesthouse kwamen ons feliciteren en Gabriël maakte 's avonds ons favoriete eten. Een mooiere afsluiting hadden we ons niet kunnen wensen, al helemaal in zo'n land en op zo'n plek.

Zaterdag lunchten we nog even met Birgit en intern Praygod en na een laatste afscheidsrondje over de markt was het tijd om in te pakken. Vandaag zijn we vroeg vertrokken uit Ifakara. Ik besef nog niet helemaal dat we de plek waar we tien weken hebben geleefd nu achter ons laten. Toch heb ik ook heel erg zin in de komende vakantie. Het plan: nog een keer Udzungwa met de waterval, vijf dagen safari in Ruaha en daarna via Dar es Salaam door naar Zanzibar. Het eerste deel onder begeleiding van onze tour guide, chauffeur en vriend Santiago, de held van Ifakara, die overal iemand kent en ons verblijf elke keer weer plezieriger maakt. We genieten! Ohja, en we zijn dokter!

David's Matching Mood Music:
- Hans Zimmer and Lisa Gerrard - Now We Are Free
- Alter Bridge - Rise Today
- Graffiti6 - Stone In My Heart

Foto 1: Drie co's op hun laatste dag
Foto 2: Met Birgit bij onze reanimatie-flowchart, trots op ons grote project!
Foto 3: Spelen met een kindje in de diarree-kamer
Foto 4: Slingers in het guesthouse
Foto 5: De jeep voor onze tour
Foto 6: Ochtendgloren over Ifakara

zaterdag 16 november 2013

"Baby don't hurt me"

Haddaway's klassieker knalt door de speakers, terwijl we terugscheuren van ons heerlijke weekendje weg in Morogoro. We staan doodsangsten uit, want de chauffeur van de auto stuitert met ruim 100 km/u tegenliggers tegemoet. Soms is de weg compleet onzichtbaar vanwege enorme stofwolken. Plotseling opdoemende fietsers of trucks worden ternauwernood ontweken zonder gas terug te nemen. "Baby don't hurt me"; in deze betekenis heel toepasselijk.

Maar er is natuurlijk nog veel meer gebeurd deze week. Vorig weekend huurden we twee bajaj - uweetwel, van die overdekte driewielers uit India - om een Masaidorp 35 kilometer verderop te bezoeken. Santiago had deze ontmoeting voor ons geregeld. Hij bestuurde de bajaj zonder rem en Maarten reed het voertuig wat nauwelijks schakelde. Toen we van de hobbelige main road af waren moesten we nog 2 uur de wildernis in, over een pad vol stenen, kuilen en scheve hellingen. Eigenlijk was het alleen begaanbaar voor fietsen en motoren. Het is een wonder dat we niet op zijn minst een lekke band hebben gehad. De traditioneel geklede Masai keken dan ook vol interesse naar onze voertuigen, terwijl wij een stuk kerkdienst bijwoonden. Natuurlijk werden de vijf wazungu uitgebreid geïntroduceerd en er werd plaats vooraan vrijgemaakt. Het voelde enorm ongemakkelijk. Nadat we watermeloen hadden uitgedeeld en rijst met geitenvlees hadden gegeten, gingen we terug. Hoe we heelhuids met intacte bajaj zijn teruggekeerd, is me nog steeds onduidelijk. Hilarisch was het wel.

Inmiddels is het Swahili van 'team paediatrics' goed genoeg om zelfstandig de ronde te doen bij kinderen die vanwege diarree of ondervoeding zijn opgenomen. Dit zijn kinderen waarvan het overgrote deel gelukkig gezond de deur uit gaat. Het is ontzettend leuk om dagelijks vooruitgang en contactgroei te zien. Eén van de kinderen met ondervoeding was in een week zelfs 800 gram aangekomen! Helaas gaat het ook daar wel eens fout. Een al langer aanwezig meisje wat positief was getest voor HIV, ging halverwege de week ten onder aan een longontsteking. Zo mogelijk nog triester is het feit dat de ouders ongeveer 12 euro tekortkwamen om de ziekenhuisrekening te betalen. Daarom zouden ze hun kind, totdat er betaald werd, niet mogen meenemen om haar te kunnen begraven. Met tranen in onze ogen vanwege dit onrecht, betaalden Jonneke en ik het (voor ons) kleine bedrag.

Behalve de neonatal ward is ook room 2, de kamer op de kinderafdeling waar de meest zieke kinderen liggen, een plek geworden om wat afstand van te houden. Een vijfjarig, hondsbenauwd meisje profiteerde enigszins van onze opnieuw geïmproviseerde inhalator. Ze had echter zoveel energie nodig om te ademen dat ze niet eens zichzelf overeind kon houden. In Nederland zouden we waarschijnlijk de ademhaling geheel overnemen of in ieder geval flink ondersteunen. Hier kunnen we alleen zuurstof geven en aan de medicatie sleutelen. Met hulp van Birgit legde ik aan de verpleegkundige uit dat ze elk uur een groot aantal pufs moest toedienen. Ik vroeg me toen al af wat daarvan terecht zou komen. Er zijn namelijk veel te weinig verpleegkundigen voor het aantal aanwezige patiënten. De volgende ochtend bleek het meisje net overleden te zijn. Een ander achteruitgaand kind zou een bloedsuikerspiegel van 80 hebben (wat vrijwel onmogelijk hoog is). Na tien minuten discussie was er nog steeds geen besluit genomen. Ik stelde voor om snel bij het kind te gaan kijken. Toen eindelijk iedereen opstond bleek het kind al overleden. Een derde kind, wat eerder opgenomen was met diarree, verslechterde zonder duidelijke oorzaak. Voor vertrek wilde ik nog een laatste blik op dit kind werpen. Je raadt het al. Het nieuwe 'sterfterecord' van deze week, zes kinderen in 24 uur, zegt genoeg. Na deze gebeurtenissen had ik (eigenlijk voor het eerst pas écht) het gevoel dat het met deze stage zo wel mooi is geweest. Aan mijn ruime hoeveelheid geduld komt langzaamaan een einde, en daar is heel wat voor nodig. Machteloosheid en frustratie overheersten de laatste dagen. Emotioneel gezien blijft het gewoon erg zwaar. "Baby don't hurt me, don't hurt me, no more."

Aan de andere kant, het leuke aan bijna-dokter zijn is wel dat als je een enorm ei op je voorhoofd hebt vanwege een huidinfectie, je van de apotheker je eigen recept voor antibiotica mag schrijven. En dat je studiegenoten ervan genieten om dit ei een paar keer te ontlasten.

Maar ook aan deze stage komt snel een eind. Lizzie rondde deze week haar stages al af en Maarten gaat een paar weken reizen. Daarom zijn we dit weekend met z'n vijven naar Morogoro gegaan voor een afscheids- en (pre)afstudeerfeestje. Een plaatselijk hotel heeft een mooi zwembad waar we heerlijk hebben gezwommen en ontspanden. Daarna aten we pizza in een bar/restaurant waar, bleek bij aankomst, vrijwel alleen maar blanken waren. Een beetje gek. Maar we vermaakten ons prima en na een heerlijk ritje achterin een open truck, onder een prachtige sterrenhemel, kroop ik moe mijn bed in. De volgende ochtend vonden we in het centrum een copyshop die onze reanimatie-stroomschema's kon vergroten tot A3-formaat. We kregen zelfs 25% korting op elk exemplaar omdat de winkeleigenaar de betekenis van ons werk zo goed vond. Jonneke en ik glommen net zo hard als onze flowcharts: zij van hun verse lamineerlaag, wij van trots. Nog maar vijf dagen tot we dokter zijn!

David's Matching Mood Music:
- Dire Straits - Money For Nothing
- Jagwar Ma - Come Save Me
- Rise Against - Under The Knife

Foto 1-3: Het Masaidorp en de bajaj
Foto 4: Bus naar Morogoro. Herkent u de voetballer?
Foto 5-8: Morogoro, aan de voet van een enorme bergkam. Het busstation, ons verblijf, het zwembad en het uitzicht.

vrijdag 8 november 2013

Karma

"Mzungu! Mzungu! What is my name!". Toegegeven, ze worden steeds creatiever. Volledige schoolklassen kinderen schreeuwen ons elke ochtend achterna. "Good morning" is ook een populaire groet, op elk moment van de dag! En die misplaatste 'my' - die er soms niet hoort en soms 'your' moet zijn - is helemaal komisch in de zin "give me my money!".

Het is weer crisis in HIV-land. Deze keer zijn er genoeg tests beschikbaar, maar niet genoeg kindermedicijnen. De overheid besloot bepaalde medicatie uit te bannen vanwege slechte onderzoeksresultaten, zonder nieuwe pillen te leveren. In allerijl wordt medicatie bij elkaar gesprokkeld, omdat er nog maar genoeg drankjes waren voor één week behandeling. Gelukkig kwamen er een aantal flessen uit omliggende regio's, maar genoeg is het nog niet. Wel heb ik een moeder haar negatieve uitslag kunnen meedelen. In gebrekkig Swahili, maar de boodschap kwam aan. Blij dat ze was!

Dinsdagochtend hebben Jonneke en ik eindelijk gedaan wat nog op ons lijstje stond: een kind in een kanga op je rug dragen. Dat is namelijk de manier om hier je nageslacht mee te nemen. Maar hoe krijg je die dan op je rug? Simpel: buig 90 graden voorover, trek het kind op je rug, zwaai soepel de kanga er omheen en knoop vast... Gelukkig kregen we hulp van de moeder. We werden door alle andere moeders en artsen uitgelachen maar dat kon me niks schelen. Het was superleuk!

Maar 'karma is a bitch', zo bleek maar weer toen we de neonatal ward binnenliepen om te kijken hoe het met Lizzie ging, die daar bezig was. Ze vroeg ons bij een baby te kijken omdat die zo moeilijk ademde en achteruit ging. De maagsonde bleek veel te hoog te zitten: waarschijnlijk was alle voeding de longen in gelopen. De baby begon over te geven. We probeerden uit alle macht slijm weg te zuigen en lucht uit de maag te halen. Na een half uur achteruitgang zijn we gestopt. De aanwezige oma wilde het kind gelukkig wel vasthouden terwijl het stierf. Daarna schreef ik het rapport. De onoplettende zuster kwam naar me toe. "Moet dat kind geen vocht hebben?" Ik kon haar alleen maar aanstaren.

Zo gingen we met verse tegenzin naar reanimatiecursus nummer vijf. Gelukkig kwamen er vier nieuwe nurses en onze trouwe vertaler, die bijna wegging vanwege vermoeidheid, maar dankzij een colaatje van Birgit toch bleef. Zo eindigden we de dag gelukkig toch weer in een positieve stemming. Karma restored!

Dankzij graduation cermonies van een aantal interns en reizende artsen waren we deze week behoorlijk onderbezet op de afdeling. Extra opletten dat mijn beleid bij zieke patiënten wel gecontroleerd wordt, dat de verpleegkundige niet wegloopt en dat er geen patiënten vergeten worden. Gelukkig zijn Jonneke en ik inmiddels getrainde uitdroging-bestrijders. Hop, hier een infuus, daar een fles ORS, nog wat zink erbij en gaan. Het blijft wat moeizaam door de taal en door geldgebrek van sommige patiënten, waardoor behandeling soms uitblijft. Vandaag stuurden we het liefste jongetje wat ik tot nu toe heb gezien naar huis. Hij bleef me maar lachend aankijken en naar mijn neus en stethoscoop grijpen. Dit soort dingen ga ik waarschijnlijk het meeste missen als we straks vertrekken. De jacht naar ons papiertje duurt nog maar twee weken! (Even deze cheesy eindzin om mijn eerste, net ontdekte, fantastische liedje te kunnen verantwoorden.)

David's Matching Mood Music:
- Paperchase - Brookes Brothers ft. Danny Byrd
- Alter Bridge - Before Tomorrow Comes
- Snow Patrol - The Planets Bend Between Us

* Alle foto's gemaakt met toestemming van de moeder *
Foto 1: Stevige grip van lief kind
Foto 2: Zonsverduistering met reflectie op het palmblad
Foto 3: Kind op de rug!
Foto 4: Lara's beste toetjesidee ever ©, patent aangevraagd
Foto 5: Het liefste jongetje!

vrijdag 1 november 2013

Soda, stickers en seizures

Het aftellen is begonnen. Zeven weken achter de rug, met op het moment van schrijven nog twintig dagen totdat ons laatste coschap erop zit. Het gaat hard. Deze week stond in het teken van bijzondere patiënten en grappige gebeurtenissen.

Maandagochtend verliep rustig. We waren bezig met de ronde toen een zuster ons kwam halen: er was iemand gevallen. We spoedden ons naar de andere zaal. Daar troffen we op de grond een bewusteloze moeder aan, met gezicht naar beneden. Het aanwezige personeel wilde haar op een bed hijsen en naar buiten rijden voor frisse lucht. Ik besloot eerst maar even snel te kijken of de vrouw echt alleen bewusteloos was. 'Treat first what kills first', dat hebben we toch altijd geleerd? Haar ogen draaiden steeds weg maar gelukkig ademde ze nog. Na een paar minuten kwam ze bij. Ze bleek al langer bekend met epilepsie: een uur na het geven van medicatie liep ze weer rond. Het is weer eens wat anders, een moeder behandelen in plaats van haar kind!

Tegenover deze kamer liggen de kinderen die een operatie nodig hadden, vaak vanwege been- of armbreuken. Gelukkig mankeren ze verder weinig. Gevolg: zwaaien en roepen zodra er een mzungu-dokter langsloopt. "Good morning! Good morning!". Een hele fijne kamer om even binnen te lopen voor een high-five, een hand of een knuffel van een lief kind. En ze werden nog enthousiaster toen we ze stickers gaven om op hun gips te plakken. In de aangrenzende zaal boekten we ook succes. Eén kind werd aangeraden meer frisdrank te drinken om aan te sterken. Ik bood aan om soda te halen. We kwamen terug met vier flesjes en de hele zaal kreeg een beker. Overal blije gezichten!

Ochtendbespreking. "Resuscitation was done by giving rescue breaths, followed by ventilation with Ambu-bag and thorax compressions." Ik keek Jonneke aan en zag de lach ook op haar gezicht verschijnen. De baby had het weliswaar niet gehaald, maar de dienstdoende intern had bij de reanimatie precies de door ons aangeleerde, nieuwe handelingen verricht. Prachtig om te zien hoe het opgepikt wordt. Deze week gaven we voor de vierde keer onze cursus. Vanwege drukte was de opkomst laag, dus volgende week poging vijf. Er zijn nog steeds een aantal mensen die we nog niet hebben bereikt, dus zolang er nog deelnemers zijn gaan we gewoon door.

Met Johannes en Jeremia, twee Duits sprekenden die hier zowel projecten voor het ziekenhuis als voor landbouwontwikkeling uitvoeren, hebben we het nabijgelegen dorpje Nazareti bezocht. Dit is een rust- en verblijfplaats voor leprapatiënten, die hier gedurende hun hele behandeling mogen blijven. Ondanks dat de behandeling heel effectief is en volledig wordt gesponsord door Novartis, moeten veel patiënten - vanwege heftige infecties - delen van handen en voeten missen. Ik denk dat mijn moeder onder de indruk zou zijn van de faciliteiten van het enorme verzorgingshuis. Zo waren er grote invalidetoiletten en was het overal heel schoon. Prachtig aangelegde tuinen en de schaduw van een aantal gigantische mangobomen op de binnenplaats zorgen voor voldoende rustplekken voor alle patiënten.

Bijzondere patiëntencasus deze week waren onder andere een meisje met een aangeboren hartafwijking (tetralogie van Fallot, inclusief de vier kenmerkende afwijkingen die we op de echo zagen) en een meisje wat heel benauwd was. De pufjes waren beschikbaar maar de inhalatiekamers niet. In het WHO-boek wordt beschreven hoe je er zelf een kunt maken, en zo ging Jonneke aan de slag met een plastic fles en een schaar. Wat tape om de puffer en wat luchtgaatjes in de fles, en het instrument was klaar voor gebruik. Het is ontzettend leuk om een beetje te knutselen en met weinig middelen een heel effectieve inhalator te maken.

En toen was oktober opeens weer voorbij. Het eind komt in zicht. Maar we hebben nog veel te doen! Ik leer op de afdeling elke dag nog veel bij. Ook voelt het inmiddels heel vertrouwd om in Ifakara rond te lopen. Groeten, korte praatjes, aangeven hoeveel tomaten je wil en hoe duur dat dan is... het gaat allemaal steeds soepeler. En ondanks dat het 's middags rond de 34 graden is, is rondlopen in een tshirt in november toch wel heel fijn!

David's Matching Mood Music:
- Foals - Inhaler
- Broken Bells - October
- Enock Jonas - Zunguka (lokale hit! Link)

Foto 1: De zelfgemaakte astma-inhalator
Foto 2 - 5: Lepradorp Nazareti
Foto 6 en 7: Helpen met het bouwen van konijnenhokken, een van de projecten van Johannes

vrijdag 25 oktober 2013

Lion in the afternoon sun

Daar stonden we dan, zaterdagochtend om 04.00 uur, met ingepakte weekendtassen en m'n voetbal onder de arm. Klaar voor de trip naar Mikumi National Park! Hemelsbreed is het nog geen negentig kilometer, maar dankzij de hobbelwegen en de bergachtige omgeving duurt het toch een kleine vier uur voordat je er bent. Na het betalen reden we met onze chauffeur/gids Santiago naar campsite no. 2, waar we tentjes opbouwden om de nacht in door te brengen. Maar eerst een snel ontbijt en... safari!

Het was een prachtige dag, de zon klom steeds hoger, en we zagen de eerste olifanten, zebra's en antilopen al bij binnenkomst in het park. Giraffen staarden ons allemaal aan, buffels herkouwden hun gras, antilopen schopten hun poten in de lucht en olifanten wapperden met hun oren. Nijlpaarden lieten scheten zodat de krokodil op afstand bleef, en bavianen lieten hun rode billen zien. Santiago wist precies wanneer en waar we moesten zijn. Zo zijn we aan het eind van de middag zelfs binnen tien meter afstand van een groepje leeuwen gekomen.

Eenmaal terug in het kamp maakten de dames pakketjes aardappel, paprika, ui en gember in aluminiumfolie om in het vuur te verwarmen. Ondertussen kwam een groep olifanten met jongen op zo'n 25 meter van ons tentenkamp langs. Daarbij stopte er één nog even zijn slurf in het toilet. De ondergaande zon en de indrukwekkende verschijning van de majestueuze dieren maakten het prachtige moment compleet.

Ook 's nachts is er genoeg te horen terwijl je in je tentje ligt. Krekels, vogels en het geknor van een groep buffels verderop bijvoorbeeld. Toen Maarten midden in de nacht naar de wc wilde gaan hield ik hem slaapdronken tegen: het gegrom klonk opeens wel heel dichtbij. Echter, het bleek een snurkende Santiago te zijn! Na nog een dag rondscheuren in Mikumi kwamen we uiteindelijk uitgeput terug in Ifakara.

Zo begonnen we minder uitgerust dan normaal aan een drukke week. Er stonden namelijk drie reanimatiecursussen op het programma. Op maandag gaven we de interns les, op woensdag en donderdag de verpleging van de verloskamer en de neonatale afdeling. Het huidige protocol voor reanimatie van pasgeborenen was ernstig verouderd. Daarnaast was het niet gericht op de faciliteiten van dit ziekenhuis. Daarom hebben Jonneke en ik een nieuw stroomdiagram gemaakt, wat door Rashid in het Swahili is vertaald.

Ik was onder de indruk van het enthousiasme, de leergierigheid en de dankbaarheid voor het onderwijs. In Nederland worden we doodgegooid met onderwijs, maar hier hadden sommigen al jaren geen les meer gehad. Anderen hadden alleen ooit de verouderde theorie geleerd. De door ons getoonde nieuwe technieken werden snel opgepakt. Het was dus een groot succes, waarbij op het eind het certificaat door elke deelnemer met een buiging in ontvangst werd genomen. De positieve sfeer zorgde elke keer voor een enorm trots gevoel. Ons project loopt, en goed ook! Nu nog een copyshop vinden om de flowchart te vergroten, zodat we ze aan de muur van de verloskamer en neonatal ward kunnen ophangen. Op die manier heeft ons project hopelijk nog wat blijvende waarde!

Lara is deze week lekker actief geweest met operaties, zodat Jonneke en ik ook twee keer ter plaatse waren om het kind op te vangen. Normaal gebeurt dit hier in de afwezigheid van een kinderarts, wat in onze ogen heel vreemd is. De kleintjes deden het gelukkig goed. Eén moeder kreeg een algehele verdoving en was dus nog onder zeil, waardoor het kind na geboorte hongerig achterbleef. Terwijl Jonneke de ontroostbare baby suste liep ik naar de neonatal ward, op zoek naar wat artificiële melk. Een hele lieve moeder wilde zelfs wel wat eigen borstvoeding afstaan, zodat ik uiteindelijk met een half bekertje maziwa terugkwam. Terwijl de kleine de melk gulzig naar binnen slurpte en daarna in slaap viel, smolten wij.

Het was een fantastische week.

David's Matching Mood Music:
- Blaudzun - Elephants
- Of Monsters And Men - King And Lionheart
- Bob Marley & The Wailers - Buffalo Soldier

Foto 1 en 2: Olifanten bij ons kamp
Foto 3: Galopperende giraffe
Foto 4: Leeuwen in de schaduw
Foto 5: Klaar voor de opvang bij de keizersnede
Foto 6 en 7: Verpleging druk met reanimatie-oefening, met daarnaast ons stroomdiagram
Foto 8: V.l.n.r. Duitse kinderarts Brigit, Jonneke en ik bij de reanimatiecursus.

vrijdag 18 oktober 2013

De fru, de stroom en de bruiloft

"David, do you have the fru?". Ik kijk vragend omhoog. "Do you have the fru?" "Do I have the what?" "The fru, a running nose." "Ooohh the flu! Yes!". Ik ben erg verkouden. Maar het gaat om iets anders: ze draaien hier namelijk om een of andere reden de L en de R om, zodat 'flu' dus 'fru' wordt, en 'malaria' wordt 'maralia'. Daarnaast voegen ze aan het eind van Engelse woorden vaak een i-klank toe, zodat als iemand bloed nodig heeft, de patiënt een 'bloody transfusion' krijgt. Denk daar een Brits accent bij en je hebt een grap die voorlopig nog wel leuk blijft.

Afgelopen zaterdag zijn we naar de bruiloft van Nestory geweest. Hij is ons contactpersoon en hoofd van de PR-afdeling van het ziekenhuis. Het werd een avond waarbij we het overgrote deel met open mond hebben zitten kijken wat er zich voor onze ogen afspeelde. Voor uitgebreide verslagen verwijs ik naar Lara's en Jonneke's blogs. In ieder geval viel op dat zowel het bruidspaar als de rest van de familie weinig lachten. Later hoorden we dat het ongepast is om te lachen op je bruiloft, want het is nou eenmaal 'serious business'. In ieder geval vergaapte ik me aan de glitterende kerstverlichting, de roze doeken, het lopend buffet (inclusief eten met de handen) en de aanwezigheid van 500 gasten! Ik kon alleen maar denken aan een uit de kluiten gegroeide Efteling-attractie, maar dan niet zo attractief.

En omdat de stroom aan cadeaus nog niet gestopt was, zijn we rond half 2 teruggegaan naar ons guest house. Om half zes weer even uit bed om Mirra en Robin uit te zwaaien: hun onderzoek zit erop en ze rusten nog even uit op Zanzibar voordat ze terugkeren naar Nederland. We missen jullie al!

Omdat een automobilist besloot tegen een elektriciteitspaal te rijden, hebben we ruim vier dagen geen stroom gehad. Onze vriendelijke Oostenrijkse buren hebben een generator, en gelukkig kon ons complex meeliften op hun stroomvoorziening. Het is natuurlijk een luxeprobleem, maar in het ziekenhuis is het toch wel prettig om een opgeladen telefoon te hebben. Daarnaast waren er deze week twee nationale feestdagen, zodat er niets gerepareerd werd (en sommige labtesten ook niet uitgevoerd konden worden). Zoals onze buurvrouw al zei: "The Africans have the time, the Europeans have the watch."

Toch geldt dit vaak niet voor onze patiëntpopulatie. Een relatief groot aantal van de kinderen is geen ruime levensduur toebedeeld. Dinsdag ben ik vanwege 'the fru' thuisgebleven en heb ik ons stroomdiagram voor neonatale reanimatie verder afgemaakt. Ondertussen vocht de rest van onze groep, uitgebreid met Maarten uit Leiden (gynaecologie) en Lizzy uit Duitsland (kindergeneeskunde), verbaal verder in de verloskamer. Om te zorgen dat het personeel op één lijn komt wat betreft reanimaties, gaan Jonneke en ik vanaf maandag een aantal middagen cursussen geven. We beginnen maandag met de interns (de zesdejaars) en later in de week zijn de zusters van de verloskamer en neonatale unit aan de beurt. Dit project geeft ons steeds weer de kracht om situaties als die van deze ochtend te boven te komen.

Na het ochtendrapport bleek een van de kinderen op de afdeling namelijk erg achteruit te gaan. Ze werd beademd door de kinderarts maar bleek ook een dalende hartslag te hebben. Door borstcompressies (inclusief de gedachte: "Daar gaan we weer...") en het geven van adrenaline liep de hartslag weer wat op. Maar uiteindelijk was dit niet voldoende en hebben we na tien minuten de poging gestaakt. Het leek nog wel een relatief rustige week te worden. En eindelijk kwam mijn verdriet van alle situaties van de afgelopen tijd er eens uit. Ik voelde me steeds wel erg verslagen en leeg als er weer een kind overleed, maar echt verdrietig kon ik maar niet zijn. Misschien was ik wel bang, na vijf weken in dit ziekenhuis, nu al emotioneel afgevlakt te zijn. Daarom gaf de 'waterval' op mijn gezicht me een heel dubbel gevoel: ik was heel verdrietig en heel blij tegelijk. Hoe gek het ook klinkt.

Terug naar de positieve dingen. Afgelopen maandag was er een voetbalwedstrijd op het naast ons complex gelegen voetbalveld. Tussen de zo'n 200 toeschouwers waren Lara, Maarten en ik natuurlijk een bijzondere verschijning, dus hadden we al snel tien (hele drukke) kinderen om ons heen. Foto's volgen! Leuk feit: omdat de wedstrijdbal al snel ergens over een hek verdween, is bijna de hele wedstrijd gespeeld met mijn voetbal.

Ook stelde ik, na een verhitte ochtenddiscussie tussen de dienstdoende intern en kinderartsen, voor om de kritieke patiënten 's middags over te dragen zodat iedereen weet welke patiënten nog een keer gezien moeten worden. Iets wat bij ons heel logisch is, maar wat hier gewoon niet gebeurt. Toen ik vanmiddag dr. Praygod een lijstje met zijn kritieke patiënten uit zijn zak zag halen, werd ik even heel trots en blij van binnen. Daarvoor hadden Jonneke en ik nog een baby opgevangen in de verloskamer. Dankzij een tijdig telefoontje van Lara stonden we op tijd paraat en verliep de opvang heel soepel. De kleine had wat hulp van ons nodig maar deed het daarna goed. High five! Op veel momenten, maar met name dan, besef ik me steeds weer hoe bijzonder het is om hier met Lara en Jonneke dit enorme avontuur aan te gaan. Wat een hecht team zijn we toch geworden!

Op deze manier konden we toch met een redelijk positief gevoel het ziekenhuis verlaten. Bij een lokale copyshop is ons stroomschema gekopieerd. 'The fru' wordt al wat minder, ik heb een fantastisch Tanzaniaans voetbalshirt en morgen gaan we twee dagen op safari naar Mikumi National Park. Overnachting in tentjes in het base camp, zelf koken op een vuurtje en dieren spotten rond zonsopgang. Even lekker er tussenuit!

David's Matching Mood Music:
- Fleet Foxes - The Shrine / An Argument
- Deep Sea Arcade - Girls
- Coldplay - Every Teardrop Is A Waterfall

Foto 1: Vrijdagochtend: het succes na het verdriet
Foto 2: Het ziekenhuis gezien vanaf de administratie, het enige gebouw met een eerste verdieping
Foto 3: Gangen van het ziekenhuis
Foto 4: De aankondiging voor onze reanimatiecursus
Foto 5: Een erg leuke, lokale weverij

zaterdag 12 oktober 2013

Een maand van huis

Vandaag zijn we precies een maand van huis. Het Afrikaanse continent, met de warme zon, prachtige natuur en heftige indrukken in het ziekenhuis heeft ons in deze korte tijd al veel belevenissen gebracht.

Het (letterlijke) hoogtepunt van afgelopen week: het mooiste uitzicht wat ik ooit heb gezien. Het bevindt zich in Udzungwa Mountain Park. Zo'n anderhalf uur stuiteren in een krakend busje en je bent er. Er zijn meerdere routes door het park, inclusief overnachtingen, maar wij kozen voor de tocht van zo'n vier uur richting een enorme waterval. De tocht naar boven, onder begeleiding van een gids die vertelde over de medicinale krachten van verschillende bomen, was geen makkelijke.

Maar uiteindelijk waren we daar dan: bovenop de 230 meter hoge waterval op een stenen plateau, met een uitgestrekt Afrika aan onze voeten. Overal zagen we dorpjes, wegen, suikerplantages en grote vlaktes, gedeeltelijk bedekt door de schaduw van langzaam langsschuivende wolken. We werden er stil van. We hebben daar ook geluncht, nadat we een stukje hoger op de berg bij een andere waterval hadden gezwommen. Onder deze ook niet lullige 70 meter hoge waterval was een poel met niet al te hard stromend water. Het was wat koud en de wind- en waterkracht maakten het ons moeilijk om dicht bij de waterval te komen. Maar het moment dat het natuurgeweld zich op mijn schouders stortte was op z'n minst memorabel.

Deze zondagtrip gaf ons weer energie en moed voor een nieuwe week in de neonatal ward. Maandag was ook Jonneke's verjaardag, welke we vierden met ballonnen, friet en pannenkoeken met kaarsjes. Helaas had ze ergens een nare hoest opgelopen, dus waren de nieuwe intern dr. Praygod (ja, echt) en ik de enigen die de ronde konden doen. Het ging redelijk met de inmiddels 25 aanwezige baby's. Helaas is een relatief groot aantal van hen erg ziek, en zijn er bijna elke dag wel sterfgevallen.

De vervelendste hiervan vond woensdagmiddag plaats. Jonneke was 's middags nog in het ziekenhuis en belde Lara om om hulp te vragen. Ze bleek al een uur een baby in de hot room aan het beademen te zijn en de aanwezige kinderarts ging na een tijdje naar een vergadering. De intern had nog niet geluncht en was ook al bijna de deur uit. Lara nam de beademing over zodat Jonneke even kon afkoelen. Op dat moment zag ik dat de baby ernaast ook beademing nodig had. En zo stonden we daar, met z'n drieën, te beademen en de hartslag te controleren. De tweede baby ademde na twintig minuten weer zelf. Maar de andere, waarvan bleek dat hij al drie uur beademd werd, wilde maar niet. We hebben ons toen goed afgevraagd wat nou het beste voor het kind zou zijn. De hartslag zakte en het kind kleurde niet bij. We hebben toen zelf de beslissing moeten maken om te stoppen met de beademing. In Nederland zouden we het kind dan aan de ouders geven, zodat ze nog een kans hebben om afscheid te nemen. De moeder, welke in de kamer ernaast zat, zou volgens de verpleegkundige echter 'niet sterk genoeg' zijn, waardoor het hier vaak gebeurt dat het kind alleen in het bedbakje overlijdt.

Mijn Swahili was op dat moment niet toereikend genoeg was om het zelf aan de moeder te vragen. Ik had namelijk de indruk dat het helemaal niet aan haar was gevraagd. Ik voelde me enorm machteloos. Tegelijk lag het kind te sterven. Lara heeft hem opgepakt en een tijd heel lief toegesproken. Uiteindelijk is het kind in onze armen overleden. In ieder geval heeft het, voor ons gevoel, nog de nodige (Westerse) liefde gekregen.

We stemden ons maar wat vrolijker met de gedachte dat het kind nu op het stenen plateau boven de waterval zat, samen met allerlei bekende overleden personen. De volgende ochtend haalden we de malaria-testuitslagen op. Ik was blij dat geen van de testen malariaparasieten aantoonde, maar toen bleek dat een van de uitslagen van de tweede beademde baby was, en dat die dezelfde nacht nog was overleden, smeet ik het formulier kwaad en gefrustreerd op de grond. Het was mooi geweest, die neonatal ward.

Donderdag en vrijdag waren gelukkig rustiger. Vrijdag heb ik nog een paar minuten een pasgeborene beademd die het gelukkig snel zelf deed. Ik zou het bijna vergeten, zo snel raak je gewend aan de frequentie van (korte) reanimaties en de Afrikaanse 'het komt wel goed'-houding. Ik ben er nog steeds niet uit of het onwetendheid, onverschilligheid of een combinatie is. Maar het is in ieder geval fijn om te merken dat onze behandelplannen opgevolgd worden, en dat we het gevoel hebben iets bij te dragen. De kleine momenten, zoals het ontslaan van herstelde baby's met blije moeders, maken het het waard. Op naar de volgende maand!

David's Matching Mood Music:
- Joe Bonamassa - Mountain Time
- Delain - Start Swimming
- Arjuna Schiks - Mahesvari

Foto 1: met een gezonde Afrikaanse baby!
Foto 2: het uitzicht van Udzungwa
Foto 3: de waterval waar we bij/onder zwommen
Foto 4: regenboog boven het guesthouse. Het was eigenlijk een dubbele!
Foto 5: thuisbioscoop van vrijdagavond: we keken the A-team!